R. Sickinghe,
To Rimbaud II Comte d'Orange
Heeft voor ons Nederlanders een heel aparte klank, een heel speciale betekenis in tijden van nood blijkt dat vaak het duidelijkste. Het was «Radio Oranje» die ons gedurende de jaren van bezetting moed insprak en niet Radio Nassau of Radio Dietz. Goede vaderlanders zaten gevangen in het «Oranje-Hotel», zoals de gevangenis in Scheveningen werd genoemd. Na afloop van de Franse overheersing kwam in 1813 «de Prins van Oranje» weer in ons land terug.
Volgens onze Grondwet is de Kroonprins der Vereenigde Nederlanden de nieuwe Prins van Oranje en daarmee ook de vermoedelijke mannelijke troonopvolger; zijn gemalin is de Prinses van Oranje. Verder bestaan er in de wereld verschillende namen, waarin de naam Oranje voorkomt, bij voorbeeld de «Oranje-Vrijstaat» in Zuid-Afrika. Oranje heeft in de wereld een heel bijzondere klank. Het ligt nu voor de hand dat de volgende vragen zich opdringen:
1. Waaruit is de uitzonderlijke betekenis, die het woord «Oranje» voor ons Nederlanders heeft, voortgekomen?
2. Op welke wijze werd de naam «Oranje» aan ons vorstenhuis verbonden?
Daartoe is het nodig tot de bron van het woord terug te gaan. Iedereen heeft wel eens gehoord van het stadje «Orange» in Zuid-Frankrijk, tegenwoordig een bedrijvig provinciestadje van ongeveer 21.000 inwoners. Orange was de hoofdplaats van een klein graafschap, later prinsdom, dat ongeveer 30 km lang en 15 km breed was. Gedurende een aantal eeuwen bevond het zich als een enclave binnen het veel grotere graafschap Vénaissin (le Comtat de Vénaissin) met als hoofdplaats de stad Avignon. In de tweede helft van de veertiende eeuw was Avignon de zetel van de Paus, gevestigd in het nu nog bestaande magnifieke «Palais des Papes», een der imposantste bouwwerken die er bestaan.
De stad is gelegen op enige afstand van de rivier de Rhône, tegen een heuvel (la colline St.-Eutrope). In de omgeving stromen de riviertjes de Aygues en de Meyne, en wat verder de Ouvèze, alle zijriviertjes van de Rhône, die het land bijzonder vruchtbaar maken. De Rhône zelf trad wel eens buiten zijn oevers en dat is de reden dat Orange wat meer het binnenland in is gelegen. Om Orange heen is het land vlak, tot aan de in de verte gelegen bergketen, waarvan de Mont Ventoux de voornaamste bergtop is.
Het vroegere Arausio- zo heette Orange in de Romeinse tijd- heeft een bijzonder interessante, maar ook een bijzonder ingewikkelde en gecompliceerde geschiedenis. Nog voordat de Romeinen het veroverden, was het al een Keltische of Gallische nederzetting.
2. - - - - - La Principaute d' Orange
. . . . . . . La Combat de V
ènaissin
Het vormde niet alleen de centrale marktplaats van het omliggende gebied - dat is ook nu nog het geval - maar het was ook een bijzonder sterk strategisch punt. Het heeft in zijn langdurige geschiedenis beroemde mannen zien voorbijtrekken. Twee uitersten: in het jaar 218 v.Chr. passeerde
Hannibal Orange er op zijn beroemde tocht over de Alpen, en twintig eeuwen later, in 1813, kwam Napoleon langs Orange, op zijn tocht naar Elba.
De Romeinse geschiedschrijver Titus Livius verhaalt hoe in v.Chr. nabij Orange (secundum (achter, voorbij) Aurosionem) een ontmoeting moet hebben plaatsgevonden tussen de Cimbren en Teutonen enerzijds en de Romeinse legioenen onder veldheer Manlius anderzijds. Daarbij lieten 120.000 Romeinen op het slagveld het leven. Enkele jaren later nam de Romeinse veldheer Marius revanche door in het jaar 100 v.Chr. bij Aix en Provence een eclatante overwinning op de barbaren te behalen.
Dit moment zou kunnen worden aangemerkt als het begin van de Romeinse periode, die duurde tot de ondergang van het Romeinse Rijk, enige eeuwen n.Chr. In deze periode beleefde Orange, dat drie maal zo dicht was bevolkt als thans het geval is, een enorme voorspoed, die daar nadien nooit meer in zo grote mate is voorgekomen. De Romeinen erkenden de grote, strategische waarde van deze plaats en beschouwden haar zelfs als uitgangspunt voor de beheersing van het hele gebied.
Nadat Julius Caesar in 62 v. Chr. door zijn overwinning op Vercingétorix bij Alésia, 50 km van Avignon, de Galliërs voorgoed had onderworpen, wilde hij de streek op vredelievende wijze snel «romaniseren». Hij deed dit door hele kolonies van oud-strijders naar dit gebied te laten emigreren. Enkele jaren later volgde Keizer Tiberius dit voorbeeld door in Orange de veteranen van het Tweede Legioen te vestigen. Van dat moment af heette de stad: Colonia Julia Secundanorum, Arausio. De naam «Julia» herinnert hierbij aan Julius Caesar; «Secunda- norum»> zou men kunnen vertalen met «die van het Tweede Legioen».
Arausio ten slotte werd Orange. Uit deze bloeiperiode dateert het amfitheater, dat prachtig werd
gerestaureerd en waarin ter gelegenheid van het bezoek van Hare Majesteit de Koningin aan Orange in 1952 de in het Frans vertaalde «Jozef in Dothan» (Joseph vendu par ses frères) van Vondel werd opgevoerd.
Ook de Romeinse Erepoort, opgericht in 49 v. Chr. ter herinnering aan de overwinningen van Julius Caesar en keizer Augustus op de Galliërs, stamt uit die tijd. Er kwamen nog een tweede theater, tempels en thermen (badinrichtingen) bij, maar deze bestaan niet meer. Alleen een klein gedeelte van het aquaduct is nog overgebleven. Na deze bloeiperiode van enkele eeuwen begon het verval van het Romeinse Rijk; daarbij lieten Alamannen en Wisigoten zich niet onbetuigd in het vernielen van de Romeinse kunstschatten.
In de historie van Orange kan men de volgende perioden onderscheiden:
GESCHIEDENIS VAN ORANGE | Indeling in perioden
I. De Keltische of Gallische periode, die duurde tot ongeveer 100 v. Chr. Het begin daarvan verliest zich in de grijze oudheid. Er is heel weinig over bekend. Marius-slag bij Aix en Provence.
II. De Romeinse periode, waarvan betrekkelijk veel bekend is. Deze liep van ongeveer 100 v. Chr. tot enige eeuwen na Chr. (val van het Romeinse Rijk).
III. De vroege middeleeuwen, een zeer duistere periode, waarover bijna niets bekend is. Deze volgde op de Romeinse periode en duurde tot en met de tiende eeuw. Optreden van Wisigoten, Alamannen en Bourgondiërs. IV. Optreden van diverse vorstenhuizen, van 1030-1731 (700 jaar).
Nice 1030-1130
Montpellier 1130-1173
Des Baux 1173-1393
Coseigneurie Montpellier-Baux
1173-1215
Coseigneurie Des Baux-Ridders
van St.-Jan 1215-1340
Raimond des Baux 1340-1393
Chalon 1393-1530
NASSAU 1530-1702
Conti 1702-1731 Soevereiniteit bij de Franse koning
V. Onderdeel van de Franse staat, 1731 - heden.
De legende wil, dat Guillaume au Court Nez, Courb Nez, of Cornet de eerste graaf van Orange was. Dankt Orange daaraan de jachthoorn in zijn wapen? Hij zou één der paladijnen zijn geweest van Karel de Grote (742-814), die hem uit erkentelijkheid voor zijn verdiensten in de strijd tegen de Saracenen Orange schonk.
Volgens de legende zou hij christenen van de onderdrukking der barbaren hebben bevrijd. Zijn heldendaden leven nog voort in een chanson, waarin wordt verhaald, dat hij de dochter van de verslagen Saracenenkoning tot het christendom bekeerde en haar huwde.
Na een lang leven van strijd tegen de Saracenen trok - alweer volgens de legende - Guillaume zich terug in de eenzaamheid van een klooster. Hij legde zijn wapenen en zijn schild, waarop een grote jachthoorn voorkwam, neer op het altaar van de kapel, legde de kloostergelofte af en trad toe tot de kloosterorde van St.-Benoit. Zo zocht hij, na een ingespannen leven van strijd tegen de heidenen, rust in de eenzaamheid. Hij werd later door Paus Alexander heilig verklaard.
Hoe dit ook zij, in de elfde eeuw verschenen de eerste erfelijke graven van Oranje, voortkomende uit het geslacht van de Burggraven van Nice. Een van hen, Raimbaud II, vestigde, teruggekeerd van een kruistocht naar het Heilige Land, in Orange een hospitaal van de ridders van St.-Jan. Koning Louis Philippe en Koning Willem II richtten zelfs in 1846 een standbeeld voor hem op, vervaardigd door de beeldhouwer Daniel. Diens signatuur staat, tezamen met bovengenoemd jaartal, op het voetstuk.
De dochter van Raimbaud II de Nice, Tiburge, trouwde met Guillaume de Montpellier. Zij kregen twee zonen, die het graafschap erfden, en er gezamenlijk als soevereine graven heersten (coseigneurie). Een latere dochter trouwde met Bertrand des Baux en zo traden dan achtereenvolgens de Huizen Nice, Montpellier en Des Baux op.
Hoewel hij oorspronkelijk Graaf van Orange was, werd Bertrand I des Baux door niemand minder dan Keizer Frederik Barbarossa in het jaar 1182 verheven tot Prins van Orange, met alle daaraan verbonden soevereine rechten. Dit geschiedde bij een bezoek van de keizer aan Orange. Vandaar de titel Prins van Oranje, die tot op de huidige dag nog bestaat.
Merkwaardig is ook, dat door vererving de Ridders van St.-Jan gedurende honderd vijfentwintig jaar een gedeelte van de soevereiniteit hebben uitgeoefend. De graven des Baux beroemden zich erop, af te stammen van Balthasar, een van de drie Wijzen uit het Oosten; daarom voerden zij een zestien puntige ster in hun wapen. De laatste prins uit het Huis des Baux was de stichter van de universiteit van Orange, die thans niet meer bestaat.
Rimbaud II Comte d'Orange
Raimbaut II werd geboren als zoon van graaf Bertrand-Raimbaut en diens vrouw Giberge. Zijn vader was een kleinzoon van Willem I van Provence. In 1096 nam Raimbaut het kruis om deel te nemen aan de Eerste Kruistocht. Tijdens de kruistocht diende hij onder zijn leenheer Raymond IV van Toulouse. Zo zou Raimbaut II aan de zijde van Raymond hebben gestreden tijdens het beleg van Nicea.
Na aankomst in het Heilige Land vocht hij onder Robrecht II van Vlaanderen tijdens het beleg van Antiochië. Na het succes van de kruistocht bleef hij in het Heilige Land en overleed hij aldaar. Voor zijn dood had hij enkele gebieden in zijn graafschap geschonken aan de Orde van Sint-Jan van Jeruzalem.
De laatste prins uit het Huis des Baux was de stichter van de universiteit van Orange, die thans niet meer bestaat. Orange, die thans niet meer bestaat. De enige dochter van deze Raimond des Baux trouwde met Jean de Chalon; dat is het begin van het optreden van het Huis Chalon. De laatste uit dit geslacht was Philibert de Chalon, een van de grootste veldheren uit zijn tijd. Hij streed aan de zijde van Karel v, die in oorlog was met Koning Frans I van Frankrijk. Deze laatste confisqueerde het prinsdom en gaf het aan Gaspard de Coligny, maar later herkreeg Philibert zijn rechten.
Philibert commandeerde de troepen van Keizer Karel v in Italië, veroverde zelfs Rome, dwong Paus Clemens VII tot overgave en werd benoemd tot vice-koning van Napels. Hij sneuvelde bij het beleg van Florence in 1530 op de jeugdige leeftijd van achtentwintig jaar. Hij was ongetrouwd. Zijn enige zuster Claudia was gehuwd met Hendrik III, Graaf van Nassau, Heer van Breda; hun zoon René benoemde hij tot zijn erfgenaam.
— DE NAAM VAN ORANJE
— ORANGE & ORANJE & DOCUMENTATIE
Comments
Post a Comment