SD MEEKOMEN
Prof. Dr. Loe de Jong,
De Duitse weermacht of de Nederlandse autoriteiten
De gevolgen van de SD, Meekomen JIJ!!
De leiding van Medisch Contact gaf adviezen door die door bijna alle Nederlandse artsen werden opgevolgd. De verordening waarmee de bezetter de Artsenkamer had opgericht, bepaalde botweg dat elke arts lid was.
📚 Dutch Version
📚 English Version
Pagina 223 tm 236
Elke arts ontving dan ook in 1942 een registratieformulier. Bijna alle artsen weigerden het in te vullen èn weigerden, als uitvloeisel daarvan, de voorgeschreven contributie te betalen. Aan enkelen van hen werd vervolgens begin 1943 een boete van duizend gulden (vergelijkbaar met tienduizend gulden nu) opgelegd. Een slimme jurist vond toen voor alle overige artsen een soort uitweg. In de verordening inzake de Artsenkamer stond dat een arts kon verklaren afstand te doen van de uitoefening van het beroep van arts. Bijna alle artsen schreven daarop aan de president van de Artsenkamer, een NSB'er, een brief waarin zij hem berichtten dat zij afstand deden van hun beroep (dan waren ze vanzelf ook geen lid meer).
Vandaar dat die aanduiding op die donderdagochtend opeens verdwenen is. Maar al die artsen blijven wel hun functie uitoefenen, want daartoe zijn zij bevoegd. Het bericht van de actie verspreidt zich bliksemsnel. De steun van de publieke opinie is zo groot dat een paar artsen die niet aan de actie hebben willen meedoen, door hun patiënten en door de buurt eenvoudig gedwongen worden om hun houding te wijzigen. Terwijl hier en daar NSB'ers in hun woede bij de artsen toch die ingeburgerde aanduiding op de muren gaan kladden, komt een compromis tot stand. Volgens een eis van de Reichskommissar worden alle over- plakkingen na een week ongedaan gemaakt, maar pressie om zich als lid van de Artsenkamer te gedragen wordt niet meer uitgeoefend. Seyss-Inquart laat de Artsenkamer min of meer vallen.
Op de zaterdagavond die op deze donderdag van de artsenactie volgt, vindt in Amsterdam een spectaculaire aanslag plaats op een van de gebouwen van Artis waarin het gemeentelijk bevolkingsregister is gevestigd. Bijna een half jaar eerder hebben de beeldhouwer Gerrit van der Veen, de schrijvers Willem Arondeus en Johan Brouwer en de geconstateerd dat dit bevolkingsregister de grondslag vormt voor de conservator van de Amsterdamse gemeentemusea Willem Sandberg medewerking die de overheid in Amsterdam aan allerlei dwangmaatregelen van de bezetter verleent.
Het moet derhalve vernietigd worden. De voorbereiding vergt maanden, ook omdat het gebouw onder politiebewaking staat, maar op die zaterdagavond eind maart 1943 komen Van der Veen en Arondeus met zeven helpers, onder wie drie studenten, het gebouw met een list binnen. Ze schakelen de agenten buiten en de verdere bewakers binnen uit, halen in razende haast de persoonskaarten uit de stalen ladenkasten, smijten ze op hopen, steken die hopen aan, leggen ook nog wat ontplofbare ladingen neer en verdwijnen. Er ontstaat hier en daar in het gebouw, waarvan de ramen door de explosie en de brand gesprongen zijn, een geweldige ravage. Door de explosies en de brand zijn evenwel de ladenkasten niet vernield en van de persoonskaarten gaat maar vijftien procent in vlammen op.
Van deze aanslag hebben enkele tientallen mensen tevoren weet gehad. Het verhaal van een is tot een NSB'er doorgedrongen. Die mengt de SD erin en krijgt voor zijn verraad een beloning van vijfendertighonderd gulden. Het gevolg is dat de SD behalve Gerrit van der Veen allen die het gebouw binnendrongen en een aantal van de belangrijkste helpers in handen krijgt. Dertien mannen, onder wie Arondeus en Brouwer, zijn enkele maanden later ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Twee weken na deze aanslag waar heel Amsterdam, ja het hele land weet van heeft, geven de studenten een nieuwe impuls verzetsgeest. Met de pro-Duitse secretaris-generaal van Onderwijs, professor Van Dam, in de herfst van 1940 door de Reichskommissar benoemd en voordien hoogleraar aan de Gemeente-universiteit van Amsterdam, heeft de bezetter eind 1942 overlegd of niet een groot aantal studenten als arbeiders naar Duitsland moet worden gezonden. Dit lekt uit en het gevolg is een enorme deining onder de studenten. Nog veel grotere deining komt er als na de aanslag op generaal Seyffardt begin februari, zoals vermeld, zeshonderd studenten in het concentratiekamp Vught worden opgesloten.
Alle universiteiten en hogescholen komen stil te liggen. De bezetter en Van Dam willen ze weer aan de gang krijgen. De meesten van de zeshonderd opgepakten worden vrijgelaten, maar de bezetter eist nu waarborgen van alle studenten. Midden maart komt er in het Verordeningenblad een besluit van Van Dam dat onder meer inhoudt dat elke student elk jaar, voor het eerst na een maand, op 10 april, de verklaring moet ondertekenen dat hij 'de in het bezette Nederlandse gebied geldende wetten, verordeningen en andere beschikkingen naar eer en geweten zal nakomen en zich zal onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk, de Duitse weermacht of de Nederlandse autoriteiten gerichte handeling, zomede van handelingen en gedragingen welke de openbare orde aan de inrichtingen van hoger onderwijs, gezien de vigerende omstandigheden, in gevaar brengen.
Meer nog, Het besluit van Van Dam is een uitvloeisel van een verordening van de Reichskommissar die onder meer inhoudt dat 'ter waarborging van de totale inzet voor de Europese strijd tegen het bolsjewisme' elke student na de voltooiing van zijn studie voor de arbeidsinzet kan worden opgeroepen.
Na het sluiten van de Leidse universiteit bevinden zich nog in acht gemeenten negen universiteiten of hogescholen. Het in de loop van 1942 gevormde college van studentenvertegenwoordigers dat leiding geeft aan het studentenverzet noemt zich daarom de Raad van Negen. Deze Raad gaat zich moeite geven om, ten eerste, aan elke universiteit of hogeschool de Senaat der hoogleraren ertoe te bewegen, het ondertekenen van die loyaliteitsverklaring tegen te gaan en, ten tweede, de studenten zo ver te krijgen dat zij weigeren die verklaring te ondertekenen.
A.J. VAN DER LEEUW
Omdat het onderwijs stillag, had niemand iets anders te doen dan de hele dag, maar over die verklaring te praten. En soms dreigde in die discussies de stemming om te slaan in de richting: nou, laten we toch maar tekenen. Met onze plaatselijke contactgroep probeerden wij dat zo goed mogelijk tegen te gaan. 's Nachts stencilden we pamfletten en tikten er de honderden enveloppen voor, en als we merkten dat ergens een zwakke plek dreigde te ontstaan, stuurden we daar een 'omkletsploeg op af. Anderen, daar zochten we dan speciaal de bestuursleden van de verenigingen voor uit, hadden de taak om de hoogleraren te overtuigen dat de contactgroep niet een stelletje heethoofden was.
Het bestuur en de Senaat van de Katholieke Universiteit te Nijmegen gaan het verst. Onder voorzitterschap van aartsbisschop De Jong besluit het bestuur op woensdag 7 april dat de universiteit dichtgaat.
PROF. MR. B. D. H. HERMESDORF
Vrijdag kwam de Senaat bijeen. Die vergadering duurde slechts enkele minuten. Ik vroeg of men het besluit van 7 april kon goedkeuren en op één na (dat was een Duitse hoogleraar, L. de J.) hechtten alle twintig aanwezige hoogleraren hun adhesie aan het besluit. Monseigneur De Jong, als voorzitter van het bestuur, had er persoonlijk bij mij op aangedrongen om het besluit aan de studenten bekend te maken. Dat is gebeurd: zaterdag 10 april hing de beslissing in het hoofdgebouw, met de voor studenten belangrijke mededeling erbij dat in Nijmegen geen gelegenheid zou bestaan tot tekenen van de verklaring. Bij mij thuis, aan de Groesbeekseweg, stond enige reisplunje gereed, omdat ik met mijn gezin verwachtte dat de bezetter me spoedig een andere verblijfplaats zou aanwijzen. Dat het laatste niet gebeurd is, is een raadsel tot op de dag van vandaag.
Nijmegen is de enige instelling van hoger onderwijs waar de loyaliteitsverklaringen niet eens getekend kunnen worden. Omgekeerd is de Technische Hogeschool in Delft de enige waar de Senaat der hoogleraren met meerderheid van stemmen besluit de studenten te adviseren de verklaring wèl te ondertekenen. Gevolg is dat de verzetsgroep van de Delftse studenten zich extra moet inspannen.
IR. B. SUURENBROEK
De Delftse Studenten Contactgroep heeft op een bijzonder wrakke stencilmachine, eigendom van de hogeschool, een stencil vervaardigd dat nog net op tijd aan alle studenten werd toegestuurd. Door het hele land werden de studenten bezocht en bewerkt. Zaterdags zijn er meestal weinig studenten en degenen die de 10de april hier kwamen om te tekenen, werden opgevangen bij het station, bij de tramhaltes, en hier bij het hoofdgebouw. Helaas moesten wij constateren dat een bijzonder groot aantal toch tekende.
Wikipedia (Not Working)Search results |
Een kwart van de Delftse studenten tekent. Landelijk doet dat maar een zevende. Zesentachtig procent van alle studenten (dat waren er toen in het hele land bijna vijftienduizend) weigert de loyaliteitsverklaring te tekenen. Het is een klap in het gezicht van Van Dam èn van de bezetter. De gelijkgeschakelde pers zwijgt erover, maar ieder die met de studentenwereld in contact staat, hoort het en verheugt zich erover. Er is dan aan Duitse kant een veel algemenere maatregel in voorbereiding die een denkbeeld is geweest van de Reichsführer-ss, Heinrich Himmler.
Alle Nederlandse dienstplichtigen die na de Duitse invasie in ons land krijgsgevangen waren en van wie een deel kort nadien verlof kreeg om naar Nederland terug te keren (dienstplichtigen die allen door Hitler uit die krijgsgevangenschap ontslagen waren) worden opgeroepen om zich alsnog als krijgsgevangenen naar Duits moesten nu door de Wehrmachthefehlshaber, generaal Christiansen, land te laten voeren waar zij aan het werk zullen worden gezet. Natuurlijk moeten niet alle driehonderdduizend man tegelijk worden vervoerd; het moet successievelijk in groepen, per regiment, gebeuren, Allen die werkzaam zijn in de landbouw of bij bedrijven die voor de Wehrmacht werken, zullen in Nederland mogen blijven.
Himmler heeft het voorstel begin maart aan Hitler gedaan en deze heeft het goedgekeurd. Maar noch van de geleidelijkheid, noch van de vrijstellingen is sprake in de Bekendmaking van Christiansen die op donderdagavond 29 april in de pers verschijnt. De Wehrmachtbefehlshaber in den Niederlanden beveelt dat de leden ('de', allemaal dus, L. de J.) van het voormalige Nederlandse leger terstond (geen geleidelijkheid dus, L. de J.) opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd.
Het is deze Bekendmaking die leidt tot een explosie van woede. Na alles wat men vanaf mei 1940 in het overvallen en bezette land heeft zien gebeuren of heeft moeten verdragen, na alle pogingen om dat land een vreemde ideologie op te dringen, na alle vormen van dwang, onrecht en roof die men heeft moeten aanschouwen, is dit de druppel die de emmer doet overlopen.
De tekst van Christiansens proclamatie verschijnt 's ochtends op het telexnet van het ANP voor publikatie in de avondbladen. Een krant in Hengelo geeft het bericht onmiddellijk door aan enkele van de grootste fabrieken. Bij de machinefabriek van Stork werken drieduizend arbeiders.
TJ. ROORDA
Op de bewuste middag was ik hier in de grote fabriek en hoorde ik het gerucht van de proclamatie. Ik ben toen naar de hoofdportier gelopen om te informeren of dit juist was. Het bleek inderdaad juist te zijn. Toen ben ik direct de werkplaats ingelopen, in de afdeling Engeland, de grote frezerij, waar ik gesproken heb met de baas en verschillende andere mensen en die wisten direct wat ze te doen hadden. Vandaar ben ik gegaan naar de gieterij. Ook daar heb ik met meerdere mensen gesproken en die moest ik een klein beetje opjutten, maar toch ging het tamelijk snel en toen ben ik naar mijn eigen afdeling teruggegaan en ook daar was de zaak eigenlijk gezegd al aan het rollen. Ik heb toen nog even in Hengelo rondgekeken en kon constateren dat ook de andere fabrieken het voorbeeld van Stork volgden en dat met een uur praktisch geheel Hengelo plat lag. Dat was de staking, de staking waar wij eigenlijk gezegd altijd op gehoopt hadden en die nu ineens, in één ogenblik, een realiteit was geworden.
Uit Hengelo belt een telefoniste van Stork naar een fabriek in Almelo met de mededeling dat zij staken, en ze zegt waarom. Die fabriek in Almelo gaat meestaken en andere fabrieken daar doen hetzelfde. Niet anders gaat het in de grootste Twentse industrieplaats, Enschede.
G.J. ASSINK
Ik werkte toen als leerling-zetter bij het dagblad Tubantia, de firma Van der Loeff. Die donderdagmiddag kregen wij bericht dat er gestaakt werd. Voor ons was toen het probleem: hoe verspreiden wij dit? We dachten toen: de telefoon, dat is de oplossing. We hebben toen wel een dertigtal bedrijven in Enschede opgebeld. En we hebben gezegd: 'Jongens, gooi het erbij neer!
Bakkers bijeen in Vriezenveen Dat gebeurt. Uit alle grote bedrijven in Twente lopen de arbeiders weg. Bouwvakkers, schilders, glazenwassers gaan meedoen. Een school stroomt leeg. Winkels sluiten en er wordt ook elders gestaakt. In Zwolle komt het telexbericht bij een plaatselijk dagblad. Hier is het de directie die maar een wenk hoeft te geven en het hele bedrijf gaat in staking. Er breken, die donderdagmiddag al, stakingen uit in Vaassen op de Veluwe.
Bij Philips in Eindhoven komt het op enkele afdelingen tot sit-down-stakingen. In Heerlen zorgt de Staatsmijn. Maurits met zijn tienduizend man personeel voor een kwart van de hele steenkoolproductie, 's Avonds leest men in de krant Christiansens de nachtploeg komen op, maar ze weigeren in de mijn af te dalen, Hoe reageert de bezetter? In Den Haag is Rauter in de middag door de SD uit Arnhem gewaarschuwd dat er stakingen zijn in Hengelo, Hij geeft meteen opdracht het in Arnhem gelegerde bataljon van de Waffen-SS naar Hengelo te sturen. Het komt er die donderdagavond Melkrijders in Twente met legen karren, 29 april 1943 aan, maar dat feit verhindert niet dat de stakingsbeweging zich vrijdagochtend uitbreidt.
In Almelo gaan alle scholen in staking. In Vriezenveen komen de bakkers bijeen om zich erop te beraden of ze misschien moeten ophouden brood te bakken. Het interlokale busvervoer komt in Twente stil te liggen. De meeste boeren weigeren hun melkbussen mee te geven aan de melkrijders die die bussen naar de zuivelfabrieken moeten brengen en men ziet in heel Twente dat de melkrijders met lege karren weer naar huis gaan. Van de vierentwintig Twentse zuivelfabrieken gaan er dertien in staking. In Leeuwarden is het die vrijdag marktdag. Drie fabrieken en allen gemeentebedrijven gaan er in staking en de marktbezoekers keren huiswaarts met het bericht dat Leeuwarden staakt.
Felle stakingen breken verder uit in de Kop van Overijssel, in Groningen, aan de Veluwezoom, in Arnhem, in Eindhoven, waar heel Philips en het hele gemeentepersoneel in staking gaan. In Zuid-Limburg blijven negen van de tien mijnwerkers thuis. In het westen van het land wordt op tal van plaatsen gestaakt, het minst in Amsterdam waar men zich de Duitse terreur uit de dagen van de Februaristaking herinnert. Dit had die arbeider van Stork-Hengelo donderdag al gemerkt.
TJ. ROORDA
Toen ik 's middags thuiskwam, en mijn vrouw vertelde wat er aan de hand was, zei ze resoluut: 'Dat moet verder gedragen worden.' 'Dat ben ik met je eens, ik ga naar Amsterdam. Of ik er met de spoortram komen, weet ik niet, maar ik zal er komen.' Ik ben met de spoorwegen gekomen, helaas, die reden nog. In Almelo merkte ik wel dat daar ook de staking reeds aan de gang was, maar hoe verder ik naar het westen kwam, hoe minder of ik ervan gezien heb. In Amsterdam was er helemaal niets van te merken.
Vrijdag zijn in Amsterdam toch stakingen geweest, in twee bedrijven. Maar je kunt zeggen dat op die dag, 30 april 1943, met uitzondering van delen van Noord- en Zuid-Holland en Utrecht en het grootste deel van de nogal geïsoleerde provincie Zeeland, het hele land in staking is. En de bezetter vreest dat het kan overslaan naar bezet België en naar bezet Frankrijk.
Vrijdagochtend kondigt hij voor de vier provincies Overijssel, Gelderland, Limburg en Noord-Holland het zogenaamde ss-Politiestandrecht af. Men leest op plakkaten en ook 's avonds in de krant; 'De ss- en politie-eenheden schieten onverwijld zonder waarschuwing wanneer samenscholingen van welke aard ook plaatsvinden.' En Rauter gelast dat er raak geschoten moet worden. ss-Standrechtbanken worden ingesteld in vijf steden. Zij moeten stakers onmiddellijk tot de doodstraf veroordelen.
De jeugd doet zich tegoed aan de niet bij de zuivelfabrieken afgeleverde melk zaterdag 1 mei (de zaterdag was toen nog een gewone werkdag) is het decreet van Seyss-Inquart 'betreffende de afkondiging van het politie-standrecht voor het bezette Nederlandse gebied' overal aangeplakt. Het geldt dus nu voor alle provincies. Maar er wordt doorgestaakt.
Duitse patrouilles rijden rond en schieten raak. Van de directies van de bedrijven eist de bezetter lijsten met de namen en adressen van stakers. De inlevering van zulke lijsten wordt door nagenoeg alle Twentse fabrikanten geweigerd. In Friesland sluiten alle scholen, bruggen worden er opengedraaid, melkpramen tot zinken gebracht en op verscheidene plaatsen doet de jeugd zich tegoed aan wat niet bij de zuivelfabrieken wordt afgeleverd. In Nieuwe Pekela, Groningen, komt het tot een incident.
P.J. STAVAST
De NSB-burgemeester liet de ambtenaren doorwerken. De stakers namen dat niet. Er stond hier een grote menigte en toen om elf uur nog doorgewerkt werd, werd het gemeentehuis bestormd. De burgemeester werd naar buiten gesleurd, nadat het portret van Mussert op zijn hoofd kapotgeslagen was. Door een aantal burgers werd hij vervolgens hier in het kanaal gesmeten. Hij stond tot aan zijn borst in het water, het NSB-speldje stak er nog bovenuit en pas nadat hij dit speldje had weggeworpen en 'Oranje Boven' had geroepen, mocht hij de wal beklimmen. Een hele optocht begeleidde hem naar zijn woning, waar hem nog werd toegeroepen: 'De groet'n aan zijn vrouw, en most maor gauw 'n dreug onderbroek aanhouw.
In Nieuw-Buinen, Drente, gaan de mensen die zaterdagavond naar een plek waar, dat weten ze, een jeugdige boer hen zal toespreken, Bé Trip.
MEVROUW TIESING-BOES
Hij zei tegen ons dat wij mu bók moesten staken in Nieuw-Buinen. We mochten ook niet langer wachten, we mochten niet langer toezien dat de mensen weggevoerd werden. Hij zei: 'Wij moeten nu ook meedoen.' Wij waren zo onder de indruk van wat hij gezegd had, wij waren er zó van overtuigd: daar moeten we aan meedoen, dus er zou niemand meer aan het werk gaan. Maandagmorgen komen we weer hier bij elkaar', zei Bé, 'en dan zullen we controleren of alles naar wens verloopt.' Zondagmorgen hebben ze hem na de kerkdienst uit zijn huis gehaald hier dicht bij: twee Duitsers en twee NSB'ers. (Hij was dus verraden, L. de J.) Ze hebben hem in een auto gezet en ze hebben hem naar Groningen gebracht, naar het Scholtenshuis. (Daar zat de SD tijdens de bezetting, L. de J.) Daar hebben ze hem verhoord en daar heeft hij heel duidelijk de schuld op zich genomen. Hij heeft gezegd: 'Ik ben niet getrouwd, dus laten ze mij maar nemen, want daar staat geen gezin achter. Alles wat ik gezegd heb, daar neem ik de volle verantwoording voor, want ik meen het overtuigt wat ik gezegd heb.' En aan de hand daarvan hebben ze hem schuldig verklaard en hebben ze hem in de Appèlbergen gefusilleerd.
Berend wurde zum SS-Hauptquartier in Groningen gebracht, wo er während des Verhörs die volle Verantwortung übernahm. Alle anderen Gefangenen aus Nieuw-Buinen wurden kurze Zeit später erfolgreich freigelassen, Berend selbst wurde jedoch zum Tode verurteilt.
Wikipedia (Not Working)
Search results
Berend Trip was vijfentwintig toen hij werd doodgeschoten. Op de zondag waarop hij wordt gearresteerd, stuurt de SD naar alle kerken verspieders. Vrijwel geen enkele predikant zinspeelt op de staking. Maandag 3 mei wordt in een stemming van verbittering op veel plaatsen het werk hervat maar hier en daar in het zuiden en in de noordelijke provincies blijft men in staking. Deze staking zal in Friesland zelfs een week worden volgehouden. Vooral op die maandag vallen er doden.
Drie bataljons van de Ordnungs- polizei en vier van de Waffen-ss rijden overal rond en schieten. In Marum, in Groningen, is een boom over de weg gelegd. De boer van de dichtstbijzijnde boerderij wordt opgepakt met drie van zijn zoons en zes anderen die zich toevallig op zijn erf bevinden. Die tien worden samen met nog zes willekeurige arrestanten doodgeschoten, onder hen een jongen van dertien die nog probeerde weg te lopen. Doorstaken!
MEVROUW SJ. HOEKSTRA VAN DER VLUGT
We waren 's middags net met eten klaar en de jongste jongen, de jongste zoon Arend, stond buiten en daar roept-ie: 'Mem, nou sjitte se se allegarre deal' Och, ik zeg, jongen, dat lieg je toch! Ik loop naar buiten, nog met een vaatdoek in de hand, en daar heb ik bij hem staan kijken en het was inderdaad waar. Ze werden allemaal doodgeschoten.
De laatste twee ploegen heb ik zelf nog gezien en daarbij ook de kleine jongen van dertien jaar, die altijd in de klas naast onze zoon zat Ook die werd doodgeschoten. In Werkendam, Zuid-Holland, waar doorgestaakt wordt, moeten die maandag de namen van tien gijzelaars die hoogstwaarschijnlijk gefusilleerd worden, genoemd worden door de burgemeester J. de Bruyne. Hij noemt er vier: die van hemzelf en, met hun goedvinden, van de drie plaatselijke predikanten. Maar de bezetter beperkt zich hier tot een waarschuwing. Hij heeft geconstateerd dat, wordt hier en daar opgeroepen om niet opnieuw aan het werk te gaan, zijn terreur al effect heeft.
De ss-Standrechtbanken werken snel. De eerste doodvonnissen zijn al op zaterdag en zondag geveld, in veel gevallen over volstrekt willekeurige stakers die men heeft gegrepen. Rauter wil dat er voorbeelden gesteld worden. Overal worden die doodvonnissen aangeplakt. Elke Nederlander moet zich persoonlijk door het ss-Standrecht bedreigd voelen. Hoe meer namen men leest, des te meer zal er de schrik ingejaagd worden. Duizenden stakers heeft de bezetter gearresteerd. Negenhonderd worden, de meesten voor een maand, in het concentratiekamp Vught opgesloten.
Tachtig stakers worden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. Bijna honderd personen zijn op straat door kogels van de Ordnungspolizei en de Waffen-ss dodelijk getroffen, meer dan vierhonderd zijn zwaar gewond. Onder de druk van het standrecht dat nog twee weken gehandhaafd wordt, kondigt de bezetter een reeks nieuwe maatregelen af. De negenduizend mannelijke studenten die geweigerd hebben de loyaliteitsverklaring te tekenen, worden door Rauter opgeroepen zich onmiddellijk te melden voor overbrenging naar Duitsland. Een kleine vierduizend doen dat, ruim vijfduizend duiken onder.
De tweeduizend meisjes-studenten moeten zich melden bij de gewestelijke arbeidsbureaus. Dat doen enkele honderden en van de overigen gaan velen de illegaliteit steunen. Vervolgens moeten alle Nederlanders, behalve zij die 'fout' zijn, hun radio inleveren. Van de achthonderdduizend toestellen die ingeleverd worden, is bijna de helft onbruikbaar. Vierhonderdduizend radio's worden achtergehouden. Verder worden de eerste groepen dienstplichtigen opgeroepen om overgebracht te worden naar krijgsgevangenkampen in Duitsland. Als de eerste trein Arnhem passeert, verzamelt zich een menigte om de weggevoerde brood toe te werpen.
Driehonderdduizend dienstplichtigen waren er geweest, maar nu is de tegenwerking van het bedrijfsleven en van de gewestelijke arbeidsbureaus zo groot geworden dat de bezetter tenslotte niet meer dan elfduizend inderdaad op transport kan stellen. Op die massale stakingen terugziende, werd in een van de illegale bladen, Het Parool, dit geconstateerd: 'Het waren ogenblikken waarin wij dieper en vrijer ademden dan we in jaren hebben gedaan; enkele momenten was de angstpsychose doorbroken en voelden wij ons geen onderdanen van een schrikbewind, maar moedige, bevrijde mensen, plotseling voortgestuwd door een onzichtbaar onderling verband.' Er zijn in bezet Europa nog twee van die algemene stakingen geweest: één in 1942 in Luxemburg en één, later in 1943, in Denemarken. Maar die zijn geen van beide zo algemeen geweest als de Nederlandse en ook niet zo bloedig onderdrukt. Het is een merkwaardig verschil tussen de Februaristaking van 1941 en deze April-Meistakingen van 1943 dat de Februaristaking een begrip is geworden, maar dat voor de April-Meistakingen nergens een monument is opgericht, zelfs niet in het weerbare Twente waar zij is begonnen.
Dit verschil is des te merkwaardiger omdat van de Februaristaking, zoals vermeld in hoofdstuk 4, een verzetsimpuls uitging op diegenen die daartoe geneigd waren. Dit hield een beperking in, terwijl men van de April-Meistakingen kan zeggen dat zij, doordat vrijwel overal was gestaakt en vrijwel overal slachtoffers waren gevallen, de stemming in het hele land merkbaar hebben gewijzigd. Nadien ging de politie minder meewerken met de bezetter, en ging het bedrijfsleven minder vlot voor hem aan de slag. In het overheidspersoneel in het algemeen vormen zich nu overal kernen die steun gaan bieden aan de illegaliteit.
Het platteland waar men eerder vaak geen Duitser in uniform heeft gezien, is bovendien nu rijp geworden om enkele honderdduizenden onderduikers op te vangen. Niet de Februaristaking is in de bewogen geschiedenis van vijf bezettingsjaren een waterscheiding geweest, maar de April-Meistakingen. Mede door de offers, gebracht door, aldus Het Parool, 'moedige, bevrijde mensen, plotseling voortgestuwd door een onzichtbaar onderling verband', waren zij een waterscheiding, een historisch keerpunt. Gehoorzaam Nederland werd een weerbarstig Nederland.
— HOME Prof. Dr. Loe de Jong
SD MEEKOMEN
Comments
Post a Comment