Hof der Staten van Friesland

Larry the Cat,
Dicky en zijn Mary onder een Deken 

Voor Willem II scheen een gouden toekomst te zijn weggelegd. Die toekomst en zoon werd feitelijk nooit werkelijkheid, want daarvoor leefde Willem II te kort. 

En in dat korte leven maakte hij zich zo onbemind en werd hij zo weinig gerespecteerd, dat zijn zoon Willem III er lange tijd de weerslag van ondervond. Willems geboorte, op 27 mei 1627, veroorzaakte grote in het hele land. Hij was immers het eerste kind van Frederik Hendrik, wiens militaire overwinningen borg stonden voor een ongekende populariteit. 

De Staten-Generaal, de Staten van Holland en de vroedschappen van een paar grote steden boden zich dan ook prompt als peet aan. Dat peetouderschap ging vergezeld van geschenken in geld en in natura.

Bovendien verklaarden enkele gewesten het stadhouderschap erfelijk. Ja, Willempie's kostje was gekocht. De dicky, werd beschouwd en behandeld als erfprins, wat geheel in overeenstemming was met de door zijn ouders gevoerde, bijna koninklijke, staat.

Deze Geschiedenis lessen boeien Wilhelmina op meerder fronten, vertelt de heer Kubus van Oorkonde, Prins de Gemaal en de Weledele heer Ambrosius van spreekstal. Meester der Nederlandse Taal van de geïntegreerde Letterkunde. In deze les: 

Waar 't Hof der Staten van Friesland was

Natuurlijk bracht Willem II met zijn positie ook nadelen met zich mee. Reeds als kleuter moest hij opdraven bij officiële gelegenheden. In die tijd was dat ook voor volwassenen een hele opgave. De redevoeringen waren eindeloos en het ceremonieel was slaapverwekkend en Willempie was juist zo levendig en ongedurig.

De Raad van State

Ook de vergaderingen van de Raad van State, waarop hij na zijn 12e ver jaardag moest verschijnen, betekenden een aanslag op zijn geduld. Veel meer plezier beleefde hij aan de eerste steenlegging voor de Nieuwe Doelen in Amsterdam.

Dicky werd in een miniatuur werkmans- pak gehesen, compleet met leren schootsvel, en hanteerde met zwier de troffel die een oranje steel had. Wanneer Frederik Hendrik bij zijn troepen te velde was, verwachtte hij dat zijn zoon hem geregeld schreef. 

Zijn brieven vonden echter niet steeds een welwillend onthaal. Ze wemelden van de spel-touten en herhaaldelijk bond de stadhouder zijn zoon op het hart, beter zijn best te doen. De d en de t waren vrijwel onleesbaar. 

De jongen was stellig van goede wil en aan hersens ontbrak het hem ook niet, maar hij had voor geen grein zitvlees. Dicky was een doener, die van jagen hield en van dansen en van het nabootsen van veldslagen met zijn geheel uit lood gegoten' leger. Daarbij was Dicky niet erg serieus van aard. 

Frederik Hendrik was eerlijk genoeg om te erkennen dat de jongen dat vreemden van niemand had: hijzelf was tot aan zijn huwelijk toe net zo geweest. Al vroeg begon Dicky's moeder uit te kijken naar een geschikte huwelijkspartner voor haar zoon. Haar keuze viel op Mary Stuard, de dochter van Charles I van Engeland. 



De Vlaamse schilder Anthony van Dijck vertrok in 1632 naar Londen, waar bij vele portretten van de koninklijke familie maakte, α bet trouwportret van prinses Mary en Willem II (Bernhard) & (Dicky's moeder was niet Greet Hofmans).

Echter de Koning en Koningin van Engeland; hadden geen nakomelingen. Erfgenaam in de Republiek is Johan Willem Friso, stadhouder van Friesland. 

Charles situatie was precair

Het Engelse volk dreigde tegen hem te rebelleren, en hij had geen geld om een leger ter onderdrukking van de opstand uit te rusten, trouwde zijn dochter Mary met de zoon van de rijke Oranje, dan zou dat wel eens het einde van de financiële zorgen kunnen betekenen. 

Al vroeg begon Dicky's moeder uit te kijken naar een geschikte huwelijkspartner voor haar zoon. Haar keuze viel op Mary Stuart, de dochter van Charles I van Engeland. En zo werden de onderhandelingen omtrent het huwelijk geopend. 

Anthony van Dijck een afgewezen leerling van Rembrand maakte een zeer geflatteerd portret van de onaantrekkelijke bruid. De 14 jarige 'Dicky', die zeer zeker oog voor vrouwelijk schoon had, was er verguld mee. Het huwelijkscontract werd getekend, en in 1641 vertrok de jongen ter bruiloft naar Engeland.

Samen onder een deken 

Nadat aan het Londense hof alle plichtplegingen waren afgewerkt, nam de koning zijn aanstaande schoonzoon even apart. Dicky moest zich niet te veel van zijn bruid voorstellen, fluisterde Charles 1 een beetje gegeneerd.

Mary was lang zo knap niet als op het portret en bovendien was ze ziek. Ze had een opgezette wang en zag zo 'Geel als een Chinees', Dicky schrok ervan, maar de werkelijkheid bleek mee te vallen.

Hij schreef tenminste aan zijn ouders, zijn bruid reeds zeer lief te hebben en te geloven dat zij hem eveneens 'beminde'. Mary was pas tien... 

Hoewel de wederzijdse ouders hadden besloten, dat met het 'consumeren' van het huwelijk zou worden gewacht totdat de bruid wat ouder was, vond op de trouwdag wél de zogenaamde bed-ceremonie plaats. Dit gebeurde op aandringen van Frederik Hendrik. 

Zie ook de huwelijksacte van Wilhelmina met Hertog Hendrik. De poppenfamilie bestond uit jongens en meisjes van allerlei leeftijd en grootte. Hun verzorging nam een goed deel van de dag in beslag. 

Zij werden uitgekleed en naar bed gebracht, gewekt en weer aangekleed, gingen mee uit rijden, speelden spelletjes, luisterden naar verhalen, net als echte kinderen. 

🧩 Huwelijks Akte Hertog Hendrik

Ze hadden zelfs hun vaste maaltijden, vertelde de weledele heer Kubus van Oorkonde, Prins de gemaal en spreekstal Meester, waarvoor met zoveel zorg de tafel werd gedekt alsof de poppenkinderen heus verorberden wat hen werd voorgezet.

Dicky en zijn Mary zijn beide 10 jaar oud

Pas wanneer het echtpaar in bijzijn van een aantal getuigen onder één deken had gelegen, was het huwelijk geldig. Daar lagen ze dan; Dicky en zijn Mary', ieder op een rand van het hemelbed. 

De kinderen durfden geen vin te verroeren. Na een uur ging Dicky naar de kamer van zijn schoonvader, waar hij de verdere nacht door bracht. De bruidegom keerde alleen naar de Republiek terug. 

Een jaar later kwam zijn bruid hem achterna. Ze werd gebracht door haar moeder, die met voldoening constateerde dat het Mary aan niets zou ontbreken. 

Het kind kreeg een eigen hofhouding en had bij haar verschijnen in het openbaar een gevolg waarbij dat van haar schoonmoeder en dat van haar tante, de in den Haag wonende Winterkoningin, in het niet vielen. 

Soms grensde het aan het belachelijke en op den duur wekte alle om Mary gemaakte drukte wrevel op. Wrevel bij het volk, dat al dat vertoon overbodig vonden bij de regenten, die zich aangetast voelden in hun spreekwoordelijke zuinigheid.

Voorlopig echter was er geen vuiltje aan de lucht en zoals gezegd: Mary's moeder was tevreden, ook over de manier waarop de stadhouderlijke familie háár tegemoet trad. Koningin Henrietta had er dan ook alle vertrouwen in dat ze het wezenlijke doel van haar reis zou bereiken: financiële steun voor haar echtgenoot.

Verplichtingen

Frederik Hendrik probeerde de boot af te houden. Amalia vond dat een zo belangrijke familierelatie verplichtingen schiep. Misschien had ze daarbij in het achterhoofd dat van haar vier dochters alleen Henriëtte Catharina nog maar verloofd was, met Enno van Oost-Friesland, en dat er voor de Engelse kroonprins, Charles, evenmin 'plannen' bestonden. 

Hoe het zij, de Engelse koningin keerde beladen met goede gaven en toezeggingen terug naar Londen. Hoewel Frederik Hendrik alles uit eigen zak bekostigde, verspeelde hij door zijn vrijgevigheid in belangrijke mate zijn populariteit. 

Volk én overheid namen het hem kwalijk dat hij een familierelatie boven het belang van zijn eigen land stelde. Wat kon het de Republiek schelen of aan de overkant van de Noordzee de autocratische Stuarts aan de macht bleven of van de troon werden verdreven?

Mary's familieliefde

Toen alle opschudding rond Henriëtta's verblijf in de Nederlanden was gezakt, bekeek Dicky's zijn bruid eens nader. Hij constateerde dat ze veel onaantrekkelijker was dan hij zich herinnerde, zocht zijn oude makkers in zijn stamkroeg weer op en avonturierde vrolijk verder.

Dat Mary zich steeds ongelukkiger voelde in haar nieuwe vaderland, had niets met Dicky's ontrouw te maken. Daar had ze immers geen weet van. Mary's gemoedstoestand vloeide voort uit liefde voor haar familie, wier positie onhoudbaar was geworden. 

Mary begreep niet waarom de Republiek niet bereid was de wapens op te nemen ten bate van een vreemde koning, terwijl deze nog wel de schoonvader van de toekomstige stadhouder was. Haar wrok tegen haar omgeving groeide gestaag.

Steeds verder voelde ze zich verheven boven haar schoonfamilie, die immers niet van 'koninklijke bloede' was. Het in die tijd van de éérste Mary Stuart ontstane beeld heeft zich door de eeuwen heen gehandhaafd: een grillige, humeurige en hooghartige vrouw.

Tussen twee vuren

En Dicky kwam tussen twee vuren te zitten. Zijn moeder -'maar' een gravin was aanvankelijk bereid geweest bij plechtigheden de tweede plaats na haar koninklijke schoondochter in te nemen. Na enige tijd begon ze op haar strepen te staan: was ze de vrouw van de stadhouder of niet? 

Mary had altijd al op haar strepen gestaan: was haar vader koning van Engeland of niet? Ook politieke overwegingen speelden een rol in de toenemende spanningen aan het stadhouderlijk hof. Mede op aandringen van Amalia stuurde Frederik Hendrik aan op vrede met Spanje. 

Dicky daarentegen wilde de oorlog laten voortduren, want vrede zou inkrimping van leger en vloot betekenen. En Willempie wilde graag aan het hoofd van een groot en machtig leger staan, want hij was militair in hart en nieren. 

Bovendien zou hij met zo'n groot leger zijn schoonfamilie te hulp kunnen schieten. Maar zelfs toen Frederik Hendriks gezondheid álles te wensen overliet, was hij niet bereid het opperbevel aan zijn zoon over te dragen.

Daar kon ook Amalia niets aan veranderen en tussen vader en  zoon kwam het tot hevige twisten. Eén keer liet de vader zich ontvallen: 'Dicky  is nog een jongen, die niets heeft gedaan en niets wist te doen! Uiteraard stond Mary achter haar echtgenoot. 

De stadhouder ontstemd

Frederik Hendrik overleed in 1647, en een jaar later werd de Vrede van Münster gesloten. Willem II volgde zijn vader op als stadhouder van alle gewesten, behalve van Friesland, en zijn benoeming tot stadhouder van Holland liet maanden op zich wachten.

Willem liet zes afgevaardigden van Hollandse steden gevangen zetten en bereidde, samen met zijn neef de Friese stadhouder Willem Frederik, een overval op Amsterdam voor. Men kwam echter tot een vergelijk.

Spoedig hierna opende Willem II met de Franse gezant besprekingen die tot hernieuwing van de oorlog tegen Spanje hadden moeten leiden. In oktober 1650 voelde de stadhouder zich na een jachtpartij in de omgeving van Dieren echter niet goed. 

Dicky werd overgebracht naar Den Haag, waar 'pokken fatwa', werden geconstateerd. Op 6 november 1650 blies hij de laatste adem uit. Behalve door zijn familie werd er niet echt om gerouwd.

Hij sprak zijn vaderlijk erfdeel aan om een militaire expeditie uit te rusten, die in 1649 vanuit Schotland zuidwaarts moest trekken om de positie van zijn schoonvader te redden. Eer het zover was, werd Charles I gevangen genomen en onthoofd.

Intussen was Willempie zeer 'ontstemd' over Holland, dat haar buitenlandse huursoldaten wilde afdanken. —Ook na een door— Willem afgedwongen beslissing van de Raad van State bleven de Staten van Holland doorgaan met het inkrimpen van de krijgsmacht. 

Willem liet zes afgevaardigden van Hollandse steden gevangen zetten en bereidde, samen met zijn neef de Friese stadhouder Willem Frederik, een overval op Amsterdam voor. Men kwam echter tot een vergelijk.


De prins regeert

Na Dicky's dood werden in een Amsterdams collectezakje enkele goudstukken gevonden. Ze waren gewikkeld in een papiertje met het volgende rijmpje: 'De prins is dood. Mijn gaaf vergroot geen blijder maar in 80 jaar'

Toen Dicky's zoon in 1672 stadhouder was geworden, citeerde een Noord-Hollandse dominee tijdens de kerkdienst: 'De prins regeert over mijn graf, mijn gaaf vermeert geen blijder maar in 20 jaar'.


Kraamkamer

Acht dagen later schonk zijn weduwe in een met zwarte stofbehangen vertrek het leven aan een zoon. Zij wilde hem Charles noemen, naar haar vader en haar broer, die inmiddels koning van Schotland was geworden. Amalia van Solms wist het te verhinderen, en het kind kreeg de naam Willem.

De toekomst van die kleine jongen zag er heel wat minder stralend uit dan destijds die van de vader. Het begon al met het geharrewar over het voogdijschap. Amalia vond Mary ongeschikt om voogdes te worden, temeer daar ze herhaaldelijk had getoond de belangen van de Stuarts boven die van de Oranjes te stellen. 

Mary weerde zich, en won. Zij werd voogdes en haar schoonmoeder en haar zwager de keurvorst van Brandenburg werden toeziende voogden. Ook op ander terrein won Mary: al mocht ze haar zoons bezittingen niet aantasten, ze had er wél het vruchtgebruik van. 

Dat was voor haar van meer belang dan het gemeenschappelijk besluit van de gewestelijke staten het jongetje voorlopig geen erfrechten toe te kennen. Het eerste stadhouderloze tijdperk was begonnen.


Sideline

De synoptische evangeliën noemen Mary (Maria) als de moeder van Jezus. De evangeliën van Matteüs en Lucas beschrijven Maria als een maagd die door God werd uitgekozen om Jezus te verwekken door de Heilige Geest.

Mary (Maria moeder van Jezus)

Nadat ze Jezus in Bethlehem had gebaard, voedde ze hem op in de stad Nazareth in Galilea, en was in Jeruzalem bij zijn kruisiging en bij de apostelen na zijn hemelvaart.

Voor katholieken is zij de belangrijkste heilige. In de Rooms-Katholieke Kerk en Oosters-Orthodoxe Kerk heeft Maria als Moeder van God een belangrijke rol in het geloofsleven. 

De discipline binnen de theologie die zich speciaal op haar richt heet mariologie. Verschillende liturgische feesten en hoogfeesten worden ter ere van haar gevierd. In de Orthodoxe Kerk is de gangbare uitdrukking voor Maria Theotokos (Moeder Gods).

Hoewel haar latere leven niet in de Bijbel wordt vermeld, geloven rooms-katholieke, oosters-orthodoxe en sommige protestantse tradities dat haar lichaam aan het einde van haar aardse leven naar de hemel werd verheven, wat in het westerse christendom bekend staat als de Hemelvaart van Maria en in Het oosterse christendom als de Dormition van de Moeder van God.


Voetnoot: Over de Friese taal en zo.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

Van 1620. Afgedrukt naar de tekst in I.V. Vondels Poesy, Ofte Verscheide Gedichten. Het tweede Deel. Tot Schiedam, Gedruckt voor den Autheur, 1647, blz. 107. 

In de tietel:

Lambrecht Jacobsz.: Doopsgezind predikant in Leeuwarden; hij was 'n bekend schilder (± 1592-1637). Jacob Backer en Govert Flinck waren leerlingen van Lambert Jacobsz.

Fries Letter Museum

[p. 398] harssen: hersens (harssen of herssen meerv. zie Dl. 1, blz. 792 op vs. 2). Naar dit wrede krijgsgebruik zou ook bij de inneming van Babilon gehandeld worden (volgens Isaias 13:16); de psalmist prijst die verdelgers hier gelukkig, alleen omdat zij de werktuigen zijn van Gods gerechtigheid. 

In geestelike zin zijn de zuigelingen, de handlangers van de duivel, die tegen Kristus, ‘de steen des aanstoots’ zullen verpletterd worden (volgens de verklaring van Augustinus).

Psalm CXXXVI 

Gedenck, o Heer, gedenck de rasende Edomiten; Die, in 't verdelgen van den roem der Israliten, Vast kreeten: af, rein af, tot op den lesten steen. Verwoest, en brant, en blaackt: brengt yzer aan, en vuurwerck. nMen draagh geen kerck ontsagh. Geal ene Chine verloope haar uurwerck.

Na veel raedslagens: na lang beraad (raedslagens 2e n.v. na veel); 't Geheymenis: 't orakel (aldus wordt schertsend hier de echo genoemd, zie vs. 11).

10. noemtme: noemt men.
11. 't Heyligdom: 't orakel,
zie vs. 9.
14.
in't Hof der Vriesen: in Leeuwarden

(waar 't Hof der Staten van Friesland was)

Levi: de priesters (die allen uit de stam van Levi waren); met Man des Godtsdiensts: met de innigste Godsvrucht; met 't manna, 't beste van de Godsdienst.

(Dicky's moeder was niet Greet Hofmans)

Den 28 van Hoymaendt moet volgens Dr. Sterck een drukfout zijn, want het paar is in de echt verbonden de 8ste Julie volgens het Trouwboek van 't Stadhuis te Leeuwarden.

[p. 397] (Breviarium Regularum)
Aen den Bruidegom Lambrecht Jacobsz.
Met sijn 'Brvidt, Aechtjen Anthonis.
Vereenigt Anno 1620. den 28 van Hoymaend

Nogmaals: Koning en Koningin van Engeland; hadden geen nakomelingen. Erfgenaam in de Republiek was Johan Willem Friso, stadshouder van Friesland. Daar waar 't Hof der Staten van Friesland was.


Comments

Popular Posts

It's where they extort the Vatican by Political government extortion for economic bribery, unseen oppression against their own unknown citizens and protecting their self-interest, their fraudulent capitalism activity on a scale never seen before; ´Barbary cannibalistic animal misbehavior´.

All rights reserved not to António Guterres, but to the bribery unseen Barbarian Design of those Nations, that have made it possible that even the Security Council of the United Nations is accused of mass extinction, estimated 50 million dead innocent people. Secretary-General Guterres of the United Nations since 2017, came after Ban Ki-moon, and before him? Who was corrupted the office of the highest rang, on our most valuable assets, that we have build after World War II?

End of the log,

The brown coffee of Annan.

Per Dòminum nostrum

431 Flectámus Génua Deus, qui mirabiliter creasti hóminem, et mirabilus redemísti; da nobis, quæsumus, contra oblectaménta peccáti, mentis rátione persístere; ut mereàmur ad ætérna gáudia perveníre. Per Dòminum nostrum J.C. Filium tuum.

Bounty Decoded

The act of separating the pure from the impure part of any thing (1:22). [150] Luth. Lib. de Captivated Babylon. [151] Calv. Inst. L. 3. C. 19. Sect. 14.