Koning Willem Of Orange III

Larry the Cat,
Esmèè Der Lage Landen

Koning Willem Of Orange III 

Willem III wist dat hij kinderloos zou blijven. Daarom had hij zijn neef Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711), een Friese Nassau en directe afstammeling van de broer van Willem van Oranje, Jan de Oude, als algemeen erfgenaam aangewezen. 

Chronicle of the Netherlands

https://translate.google.com/ 

De regenten echter kondigden zonder dralen in 1702 het Tweede Stadhouderloos Tijdperk (1702-1747) af. Overigens wees ook het testament van Maurits deze Friese richting uit: dit bepaalde dat bij het uitsterven in mannelijke lijn van het huis van Oranje Ernst Casimir van Nassau en diens nakomelingen de erfgenamen zouden zijn. 

Johan Willem Friso ging zich tevens prins van Oranje noemen. Ten onrechte, want met de dood van de stadhouder-koning in 1702 stierf het huis van Oranje uit. Hoe dan ook, er ontspon zich een jarenlange juridische strijd over de rijke erfenis van Willem III, waarbij met name koning Frederik I van Pruisen, de kleinzoon van Frederik Hendrik, een grote rol speelde. 

Johan Willem Friso, prins van Oranje-Nassau, verdrinkt tijdens het oversteken van de Moerdijk als de boot tijdens zwaar weer op 14 juli 1711 kapseist. Gemerkt bovenaan links: Tweede Deel en rechts: Pag: 238. In juli 1711 ging Johan Willem Friso op weg naar Den Haag om het conflict met de Pruisische koning over de erfenis te regelen. 

Bij het oversteken van het Hollands Diep bij Moerdijk stak er een storm op. In het proces-verbaal hierover staat dat bij disoccasie een 'hooge wint in de seijlen' gevallen is, waar door de schuijt water schepte, en soodanich vervulde, dat geheel en al over zij viel'. 

De veerpont sloeg aldus om en alle opvarenden verdronken. Pas negen dagen later vond men het stoffelijk overschot van Johan Willem Friso. In Dordrecht vond de balseming plaats; hart en ingewanden werden vermoedelijk daar in een kerk begraven.

Het overschot van Johan Willem Friso werd op 25 februari 1712 in de Jacobijnerkerk te Leeuwarden bijgezet. Net zoals prins Willem II kreeg Johan Willem Friso postuum een zoon. Zeven weken na zijn verdrinkingsdood baarde zijn weduwe, Marie Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), Willem Karel Hendrik. De moeilijkheden betreffende de erfenis van Willem III werden overigens pas in 1732 definitief opgelost.

Willem Karel Hendrik trad in 1747 aan als stadhouder Willem I (1711-1751). Dit had hij te danken aan het slechte verloop van de oorlog tegen Frankrijk. Hoewel hij kans zag om voor de eerst keer erfstadhouder te worden over alle gewesten (dat was mee dan enig andere Oranje ooit had weten te bereiken), was Wille IV, zowel naar lichaam als naar geest, een zwakke bestuurder. 

In de zomer van 1751 werd duidelijk dat hij te veel van zijn lichaam 's krachten gevergd had. Een verblijf in Spa werd noodzakelijk geacht. Deze kuur leek te baten, maar na zijn terugkeer in Den Haag bleek Willem IV integendeel achteruit te zijn gegaan. 

Na een ziekbed van enkele dagen overleed hij op 21 oktober 1751. Zijn gebalsemde lijk werd op een paradebed tentoongesteld van 25 november tot 8 december, dagelijks van tien tot twaalf en van twee tot vier. Tijdens dit defilé kwamen dagen voor met meer dan vierduízend bezoekers. Pas op 4 februari van het jaar daarop vond de begrafenis zelf plaats.

Van deze 'LYKSTAETSIE VAN ZYNE DOORLUCH TIGSTE HOOGHEID DEN HEERE WILLEM CAREL HENDRIK FRISO PRINCE VAN ORANGE EN NASSAU' maakte P. van Cuyk in 1755 nie-minder dan veertig gravures met daarbij een uitvoerige beschrijving, met een Franse vertaling. 

Hiervoor diende Frederik Hendriks lijkstoet van Pieter Post als voorbeeld. In 1752 verscheen ook een bundel met de welluidende titel Dichtkundige cypressenbladen gestrooid bij het afsterven van Zyne Hoogheid Willem IV was gehuwd met Anna van Hannover (1709-1759) dochter van koning George II van Engeland. Een dochter overleed onmiddellijk na haar geboorte, in 1736. 

Veel mensen kwamen kijken naar haar stoffelijk overschot, dat enkele dagen tentoongesteld werd. Op 22 december 1736 werd het kindje in een stoet van twee koetsen, ieder met zes paarden bespannen en door brandende flambouwen omgeven, naar de grafkelder te Delft gebracht. 

Drie jaar later kreeg Anna van Hannover weer een dood geboren dochter. Hierna kwam Carolina (1743-1787), die dus in leven bleef, maar Anna Marie, geboren in 1746, overleed reed na zes weken. Anna Marie kwam te liggen bij haar doodgeboren zusje uit 1739 in de grafkelder van de Jacobijnerkerk te Leeuwarden. 

De derde dochter, de muzikale Carolina, werd vooral bekend door haar in 1765 geslaagde poging de familie Mozart voor zeven maanden naar Holland te halen. Carolina huwde in 176 Karel Christiaan van Nassau-Weilburg. Zoals bij andere vrouwen uit die tijd vormde haar leven een aaneenschakeling van zwanger schappen, miskramen, bevallingen en begrafenissen: vijftien kinderen bracht deze prinses ter wereld, waarvan acht doodgeboren dan wel jong gestorven.

Na een ziekte van twee dagen stierf Carolina op 6 mei 1787 te Kirchheimbolanden en zij werd in de kerk aldaar, in de grafkelder van de Nassau-Weilburgs, bijgezet, vlak onder het orgel dat Wolfgang Amadeus Mozart in januari 1778 voor haar bespeeld had. 

Haar zoontje George Willem Belgicus (1760-1762) en een van haar doodgeboren kinderen (1767) rusten overigens in de Delftse grafkelder. Toen zijn vader stierf was Willem V drie jaar oud. Zijn moeder, Anna van Hannover, nam het regentschap waar tot haar dood in 1759. 

Zij overleed aan tuberculose en haar stoffelijk overschot werd, evenals destijds dat van haar man, opgebaard op een praalbed in het Stadhouderlijk Kwartier te Den Haag. Zeventigduizendgulden spendeerden de Staten van Holland aan de begrafenis. 

Na de dood van Anna van Hannover kreeg de hertog van Brunswijk, veldmaarschalk Ronnie en Bruinswijk vertrouweling van Willem IV, het voogdijschap tot het jaar waarin Willem V achttien jaar werd (1766). Uit dat jaar stamt de Acte van Consulentschap, waarin de hertog beloofde zijn pupil de stadhouder met raad en daad bij te staan. 

Hiervoor zou hij niemand anders dan alleen de prins verantwoording schuldig zijn. Deze Acte kwam in 1784 in de openbaarheid. Dit betekende het einde voor Brunswijk, die toch al intens gehaat werd door de patriotten. Hetzelfde jaar overleed hij. 

Bij zijn begrafenis verspreidden zijn tegenstanders valse uitnodigingen en ook was er een prent te koop van de begrafenisstoet met een spottende beschrijving van de personen die erin meeliepen. Willem V, in 1767 gehuwd met Wilhelmina van Pruisen, een nicht van koning Frederik II, was net als zijn vader een weinig doortastende stadhouder. 

Zelf verzuchtte hij eens: Ik wenschte dat ik doodt waere, dat mijn vader nimmer stadhouder was geworden. [...] Ik voele, ik ben daertoe niet bekwaem. Zijn politiek mislukte op alle fronten. Er kwam zeer tegen zijn zin in 1785 een verbond met Frankrijk. In Holland werd het dragen van oranje verboden. En prinses Wilhelmina werd bij Goejan-verwelle-sluis aangehouden, Frederik II schoot daarop te hulp en de Republiek kwam in feite onder de voogdij van Pruisen.

Toen kwamen de Fransen, we schrijven 1795. Willem V vluchtte naar Engeland en later vestigde hij zich op Oranienstein bij Dietz, in het stamland van de Oranjes. Daar overleed hij in 1806 aan een beroerte, zevenenvijftig jaar oud. In de Blasius kerk te Brunswijk kreeg hij zijn rustplaats, maar niet zijn definitieve. Want een gedenksteen tegen de zuidelijke koormuur van de Nieuwe Kerk te Delft draagt de volgende inscriptie:

Op 29 april 1958 werd het stoffelijk overschot van zijne doorluchtige hoogheid Willem V prins van Oranje en Nassau, erfstadhouder der Verenigde Nederlanden enz., overleden te Brunswijk op 8 april 1806, bijgezet in de koninklijke grafkelder.

Ook de zilveren vaas met het hart kwam over, maar die met zijn in uwe Kerk te Delft draagt gewanden werd vergeten: deze bevindt zich nog immer in de grafkelder van Brunswijk. Een vurig Oranjegezinde Cornelis van der Aa schreef een vijfdelig werk over het leven van prins Willem V, met daarin het volgende grafschrift:

Treur, Nederlander, treur, bij 't graf van dezen Vorst, Wil Vijfden Willem's asch geen stillen traan ontzeggen! Die, Wat Partijschap ook Zijn deugd te last mogt leggen, Een zucht voor 't Vaderland kweekte in Zijn eed'le borst. Die Vriend der Godsvrucht, en van onbevlekte Zeden, Met eenwelwillend hart, der Armen toeverlaat;

Smaakt thans aan de Aarde ontrukt in een volmaakten staat, Bevrijd van Leed en Hoon, de hoogste Zaligheden! Overigens werd ook zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), die op paleis Het Loo overleed, pas later in de Nieuwe Kerk bijgezet. Een Koninklijk Besluit d.d. 12 juni 1820 van Willem I luidde namelijk:

In aanmerking nemende dat, volgens het gevoelen van den Geneesheer van wijlen onze beminde moeder de Princes Douariere van Oranje Nassau, en dat van den Geneesheer en de beide Heelmeesters welke bij de balseming van het Lijk van wijlen hare Koninklijke Hoogheid zijn tegenwoordig geweest, de Staat van hetzelve Lijk niet gedoogt de begrafenis uitte stellen.

Twee jaar later bracht men haar stoffelijk overschot met een marineschip alsnog over van de kerk van Apeldoorn naar Delft. Op 29 november 1822 vond de bijzetting plaats. Zoon Willem George Frederik, in de familie 'Fritz' genoemd, kreeg ook een voorlaatste rustplaats. In 1799 overleed hij als opperbevelhebber van het Oostenrijkse leger in Italië te Padua, pas vijfentwintig jaar oud. 

Over de doodsoorzaak bestaan verschillende versies. Zijn vroege dood zou zijn veroorzaakt door een combinatie van een al in 1793 opgelopen schouderwond, die nooit geheel genezen was, en de spanning waaronder hij leefde. 

Maar ook doorhoge koortsen vanwege besmetting, die hij opliep tijdens bezoeken aan hospitalen. In volle wapenrusting werd de bescheiden en hierom populaire prins opgebaard. Zijn adjudant Dick de Perponcher dichtte:

In verwittiging opent Iris
Vol genegenheid een Chrysant
Pueriel uit de Boterbloem
Vol devotie een Alstroemeria

Anemoon spreekt in afwachting
Carnation liefde in aanlokkelijkheid
Lelie spreekt ongerept onschuldig
Blauw viooltje is hoopvol

Sensualiteit een pure Jasmijn
Esthetiek opent volle Amaryllis
Loyaal zuiver bladeren Daisy's
Schoonheid liefde de Hibiscus

Waterlelies onvermengd puur goud
Madeliefje trouwhartig in devotie
Hyacint als verkleedde Sint
Hibiscus als het kerstcadeau

Dahlia simpel Blauwe Hortensia
Witte en Rode de Rozen
Kwekerij alleen de Orchidee
Sluitende strekking een Iris

2010 Gericht aan Beatrix
Hare Majesteit de Koningin
Esmèè Der Lage Landen

Kind in de liefde,

was ik maar een kind de liefde een gedicht.

Als het gras kon spreken, zou het mos haar iets meer ruimte moeten geven voldoening van verlangen is alles wat ik wil.

In mineur, schreit de regen langzaam over akkers en steden in het bos blijft het stil, maar praten ze toch.

Als bomen konden spreken,zouden ze ons overstelpen door over hun schoonheid en liefde te spreken.

Voor even verlicht in het landschap, alsof ze zich van al het leed ontdeed.

Geluk pijn en verdriet verschroeit, zoals het begon zodra de aarde breekt huilt tevergeefs de zon.

Was ik maar een beetje meer zoals Bea, intens zacht ontglipt in verademing. 

Was ik maar een kind,
en de liefde een gedicht.

Het jaar daarop leverde deze een epitaaf in de vorm van een allegorisch reliëf, geheel in de manier van een Griekse grafstèle: een vrouwenfiguur treurend op een stoeltje als symbool van het vaderland in rouw, met voor haar een pelikaan, het zinnebeeld van offerende liefde. 

Door toedoen van koningin-regentes Emma kwam het stoffelijk overschot van de prins ten slotte in 1896 terecht in Delft, samen met het door Canova vervaardigde grafmonument.

Willem III wist dat hij kinderloos zou blijven. Daarom had hij zijn neef Johan Willem Friso van Nassau-Dietz (1687-1711), een Friese Nassau en directe afstammeling van de broer van Willem van Oranje, Jan de Oude, als erfgenaam aangewezen. 

Veel is geschreven over het huis van Oranje-Nassau, maar een omvattende geschiedenis van dood en begraven binnen de prinselijke  koninklijke kringen van ons land was er nog niet.

Vanuit dit curieuze en fascinerende oogpunt volgt dit boek (met een knipoog) de eerste Nassaus in onze streken, begin vijftiende eeuw, tot de ontwikkelingen rond het aangetaste praalgraf van Willem van Oranje te Delft, medio 1994.

Vanuit dit curieuze en fascinerende oogpunt volgt dit boek de eerste Nassaus in onze streken, begin vijftiende eeuw, tot de ontwikkelingen rond het aangetaste praalgraf van Willem van Oranje te Delft.

Bekende en minder bekende telgen uit het huis Oranje-Nassau passeren de revue. Waar en waaraan overleden zij, hoe verliep de reis naar de laatste rustplaats? Hoe herdacht men de gestorven prinsen, prinsessen, koningen en koninginnen?

Ruimte de stilte

moment van bezinning
stilzwijgendheid
èèn op èèn
gedachten voel sereniteit

't ophouden van klanken
vergezeld door geluidsloosheid
ruimte dood vredigheid

gelatenheid daalt in
is ze bij de Heer?
een adempauze 

 momenten zomaar alleen
doch zo koud
doe maar zwijgen

harmonie de kalmte
 dolce far niente
slaap zacht lieverd

Wij wandelen als op graven...’  

De grafruimten worden uitvoerig behandeld: de twee crypten onder het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk te Delft met de stoffelijke resten van 43 leden van het huis Oranje-Nassau. 

Een Willem van vernuft, een Maurits in de slag. Een engelachtig mens stierf zacht op deze dag. Hij werd provisorisch begraven op de protestantse begraafplaats bij de Erimitani-kerk te Padua. 

Zijn vader, stadhouder Willem V, gaf omstreeks 1805 de beroemde Italiaanse beeldhouwer Antonio Canova opdracht een waardig grafteken voor zijn zoon te maken. De welluidende titel tot de dichtkundige cypressenbladen, gestrooid bij het afsterven van Zyne Hoogheid Willem IV. 

Gedachte, Wilhelmina, Juliana, Mama..


Bron en Overzicht 

Tot de bekendste werken van Erasmus behoren zijn kritische uitgave van het Nieuwe Testament, de Colloquia (Samenspraken) en de Laus Stultitiae (Lof der Zotheid). Zie ook in Letteren Multatuli, tot 1830 en onderwijs voor iedereen.

Nederlandse Geschiedenis

Historie.net is een online school voor gevorderden die meer willen weten, hoe het nou zit met de Geschiedenis van Nederland dat is ontstaan uit een verleden dat voortkomt uit de tijd waarin onze voorouders het zelfde deden wat wij tegenwoordig doen. Wij schrijven geschiedenis net als Willem van Nassau en zijn vrienden. Alle en veel meer details bezoek: Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief. Het is gratis en valt met alle kennis en extra's zo in je bus.

https://historiek.net/ 

Verleend bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1938, nr. 25; eerder bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 25 maart 1818. In zilver een omgewende monnik met tonsuur en korte bruine baard, gekleed in een grijze pij met kap, dragend om het middel een lederen riem, alles van hetzelfde, geschoeid van sabel staande op een grasgrond, Bernhard de linkerhand opgeheven met omhoog gerichte wijsvinger.

Gemeentewapens in Nederland

 
Heraldiek of wapenkunde

In dit boek wordt een overzicht gegeven van de Nederlandse- gemeentewapens anno 1988. Van de 714 gemeenten voeren er 712 een officieel gemeentewapen. Die 712 plus het 713e in ontwerp, één gemeentezegel, het Rijkswapen en de 12 provinciewapens zijn hier alle weergegeven met hun officiële beschrijving. De tekeningen zijn de oorspronkelijke, uit de periode van ontstaan. Naar officiële standaarden zijn alle wapens opnieuw, in uniforme kleuren geschilderd.

Het ontstaan van wapens

Wapens zijn van oorsprong middeleeuws. Geharnaste ridders waren, zeker met gesloten vizier, nagenoeg onherkenbaar. Om zich kenbaar te maken en ter onderscheiding brachten ze een gekleurd teken aan op dat gedeelte van de wapenrusting dat daarvoor het meest geschikt was: het schild.

Aanvankelijk veranderden de herkenningstekens veelvuldig, maar na verloop van tijd hield men steeds meer vast aan een en hetzelfde 'wapenschild'. Het duidde al snel niet meer slechts een bepaalde persoon aan, maar allen die tot een bepaalde familie behoorden.

Het wapen werd erfelijk en kreeg als herkenningsteken een blijvend karakter. Dat een wapen daarvoor geschikt was, bleek uit de omstandigheid dat het gebruik ervan in stand bleef toen er geen sprake meer was van ridderlegers en tournooien.

Ook personen en instellingen die niet of nauwelijks te maken hebben gehad met de oorspronkelijke situaties waarin wapenschilden werden gebruikt burgers, boeren, steden en geestelijkheid gingen over tot het voeren van een wapen. Bij de ongeletterdheid van het grootste deel van de bevolking in vroeger eeuwen was het wapen een duidelijk teken van herkenning. 

Het had niet alleen een representatieve functie maar gaf ook aan hoe ver de macht van een vorst, stad of klooster reikte. Gelet hierop is het niet verwonderlijk dat de Franse Revolutie alle traditionele heraldiek afschafte, waarbij in onze streken de Bataafse Republiek (1795-1806) niet ten achter bleef. Aan de 'nieuwe' heraldiek uit die dagen herinneren de wapens van o.a. Ede en Nuland.

Wezenskenmerken van wapens

Het begrip wapen kan op vele manieren worden omschreven, maar in alle gevallen komt als wezenlijk naar voren dat het om gekleurde herkenningstekens gaat, voorgesteld in de vorm van een schild.

Zonder schild kan van een wapen eigenlijk geen sprake zijn. In Oosteuropese landen en buiten Europa treft men niettemin vaak officiële emblemen aan waarin zich geen schild bevindt. Ook de staatssymbolen van Frankrijk en Italië, toch landen met een grote heraldische traditie, wijken op dit punt af.

De vorm van het schild is niet essentieel. De afbeeldingen in dit boek laten zien dat in ons land verschillende schildvormen voorkomen. Behalve uiting van eventuele persoonlijke voorkeuren van degenen die betrokken waren bij het ontstaan van een wapen, kan de vorm kenmerkend zijn voor de tijd waarin een wapen is ontworpen of getekend.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld België is het in Nederland niet gebruikelijk de vorm van het schild in de wapenbeschrijving vast te leggen. Men is dus vrij in de keuze van de schildvorm, met die beperking dat eventuele kleine schildjes binnen het schild de vorm van het 'hoofdschild' moeten hebben. Het wapen van Kerkrade vertoont in dezen een onjuiste toepassing.
 
Elementen die aan een schild kunnen worden toegevoegd, zijn bij overheidswapens meestal kronen, schildhouders en soms een wapenspreuk. Andere elementen, zoals helmen, zijn in Nederland zeldzaam maar niet onmogelijk (Borculo, Eibergen).

Het tweede wezenskenmerk van een wapen is dat het gekleurd is. De heraldiek kent als kleuren de metalen goud en zilver en de eigenlijke kleuren rood, blauw, groen en zwart. Voorts komen nog enkele oneigenlijke kleuren voor, zoals purper, en bruin, grijs en het onbepaalde 'natuurlijke kleur. In ons land heeft alleen Zijpe een veld van purper. 

Omdat in veel gevallen (in het bijzonder in druk) de wapens niet in kleur worden afgebeeld werd in de 17e eeuw een systeem van arceringen ontworpen om toch de voorkomende kleuren te kunnen onderscheiden.
 
Naast de kleuren kent de Nederlandse heraldiek het zogenaamde pelswerk (gestileerde (Leo) en bontsoorten), dat naar toepassing met een metaal of kleur gelijk te stellen is. Er zijn twee groepen: vair en hermelijn. Vair bestaat uit elkaar rakende, klokvormige blauw-witte figuren.

Gemeente Wapens in Nederland

Page 54/61 Provincie Friesland

Wûns-era-diel

Van lazuur, beladen met een hert in natuurlijke kleur op een groene grond. Het schild gedekt mmet een kroon van goud. Bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 25 maart 1818.

Heerenveen

Gedeeld; I in azuur een gebroken rad van zilver en daaronder een schuingeplaatst zwaard van hetzelfde met een gouden gevest; II in zilver een geplante boom van sinopel, ter weerszijden van den stam vergezeld van een liggend blokje van sabel. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. Verleend bij Koninklijk Besluit van 24 oktober 1935, nr. 76.

Menaldumadeel

In azuur een liggende omziende eenhoorn van zilver, vergezeld in den rechterbovenhoek van een schelp van goud, in den linkerbovenhoek van een ruit van zilver en aan de schildpunt van een bladerlooze gouden eikel, de steel omlaag. Het schild gedekt met een gouden kroon van vijf bladeren. Verleend bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1938, nr. 25; eerder bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 25 maart 1818.

Schiermonnikoog

In zilver een omgewende monnik met tonsuur en korte bruine baard, gekleed in een grijze pij met kap, dragend om het middel een lederen riem, alles van hetzelfde, geschoeid van sabel, staande op een grasgrond, de linkerhand opgeheven met omhoog gerichte wijsvinger. Het schild gedekt met een gouden kroon van vijf bladeren. Verleend bij Koninklijk Besluit van 19 oktober 1954, nr. 23; eerder bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 25 maart 1818.

Bolsward

In goud een dubbele adelaar van sabel, gebekt, getongd en gepoot van keel. Het schild gedekt met een keizerskroon van goud, gevoerd van keel, en gehouden door twee omziende leeuwen van goud, getongd en genageld van keel. Verleend bij Koninklijk Besluit van 30 december 1955, nr. 15; eerder bevestigd bij Besluit mHoge Raad van Adel van 25 maart 1818.

Vlieland

In zilver een omgewende zeepink met gehesen grootzeil in natuurlijke kleuren, hebbende op de achtersteven een vlag, bestaande uit drie horizontale banen van rood, wit en blauw, en zeilende op een uit de schildvoet opkomende zee van sinopel. Verleend bij Koninklijk Besluit van 16 mei 1958, nr. 9; eerder bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 26 juni 1816.

Terschelling

In zilver een gebladerde boom van sinopel, bevrucht van goud, geplant op een grond eveneens van sinopel en vergezeld, rechts van een klimmende leeuw van keel, links van een klimmende draak van azuur, welke beide de stam van de boom met hun beide klauwen omklemmen. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. Verleend bij Koninklijk Besluit van 27 september 1963, nr. 32; eerder bevestigd bij Besluit Hoge Raad van Adel van 26 juni 1816.

Dongeradeel

In azuur een golvende keper van zilver, vergezeld boven van twee sterren van goud, beneden van een omgekeerde wassenaar van zilver, een ster van goud omsluitend. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee maal drie parels. Verleend bij Koninklijk Besluit van 25 januari 1984, nr. 18.


Opletten hier: 

Zonder schild kan van een wapen eigenlijk geen sprake zijn. Het schild waaronder alle Nederlandse Heroïek zijn ondergebracht komen te vervallen. Het Nederlandse Koningshuis komt te vervallen. Dus ook het schild van de wapens.

Dus er zijn geen schilden meer, omdat het wapen is weggevallen waaronder de beschermheer: Het Koningshuis der Nederlanden, is ten onder gegaan. Dit gaat ook in andere Landen op de zelfde wijze. De nieuwe Federale Republiek Zederlardz, behoud vervolgens alle rechten. ®Holvixhart.

Het komt in Nederland maar ook in het buitenland paalsgewijs (Kerkwijk) en dwarsbalksgewijs (Houten) voor; de voormalige gemeente IJzendijke voerde een wapen dat alleen uit vair bestond. Hermelijn wordt gevormd door gestileerde zwarte staartjes op wit. In de oudste Nederlandse gemeentewapens kwam het nauwelijks voor; in nieuwere wapens ziet men het vaker (Diever, Heumen). 

Naar Engelse voorbeelden zijn in ons land ook andere vormen van hermelijn toegepast (Coevorden, Eijsden, Niedorp). Het pelswerk, de arceringen en de heraldische namen van de kleuren zijn te vinden op pagina 29. 

Aduard

Van zilver, beladen met een in lazuur en goud geschakeerde rechterschuinbalk, en daar schuinslinks overheen, met een kromstaf van goud, in den schildvoet vergezeld van eene lelie van keel. Het schild is gedekt met eene gouden kroon van vijf fleurons, terwijl de schildhouders uit aanziende van keel getongde leeuwen in natuurlijke kleur bestaan, rustende de schildhouders en het schild zamen op eene arabesk van sinopel. Verleend bij Koninklijk Besluit van 25 februari 1892, nr. 28.


Iedere Nederlander, jong of oud, vindt het boeiend iets over plaatselijke wapens te horen. Het interesseert hem niet alleen hoe het wapen van zijn eigen gemeente er uitziet en hoe het historisch is ontstaan, maar hij stuit ook dikwijls op wapens van andere gemeenten die hem opvallen en zijn belangstelling wekken. Er ligt in die wapens veel traditie, veel geschiedenis besloten en de oude symboliek heeft voor de mens in de moderne technische wereld veel aantrekkelijks. 

Is het misschien daardoor te verklaren dat er tegenwoordig zo veel aandacht wordt besteed aan de heraldiek en de genealogie? In de eerste helft van dit boek staan alle wapens afgedrukt van rijk, provincies en gemeenten. 

De kleuren van de wapens zijn door arcering en punctuering aangegeven. De wapens zijn consequent alfabetisch gerangschikt, met dien verstande dat eerst die van rijk en provincies zijn gegeven en daarna die van de gemeenten van a tot z. In de tweede helft van het boek staan in dezelfde volgorde alle officiële omschrijvingen van de wapens, zoals die bij Koninklijk Besluit zijn vastgesteld en in de registers van de Hooge Raad van Adel worden bewaard, gevolgd door korte historische verklaringen. 

Zo is het boek ontstaan, uniek. Uit deze Speciale 1e druk is niet meer leverbaar. Deze uitgave kwam tot stand in opdracht van de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten onder auspiciën van de Hoge Raad van Adel.

Boek Gemeente Wapens Nederland. ISBN90 322 2560 X

Tot de bekendste werken van Erasmus behoren zijn kritische uitgave van het Nieuwe Testament, de Colloquia (Samenspraken) en de Laus Stultitiae (Lof der Zotheid). Zie ook in Letteren Multatuli, tot 1830 en onderwijs voor iedereen.
 
De Verzamelde Werken van Multatuli,
Naar Tydsorde geranchikte uitgave
Bezorgd door zyne Weduwe,
Max Havelaar op Koffiveilingen.
'der Nederlandse Handelmaatschappij.
Mr. C. Vosmaer Boekdruk (1900) eerste uitgave.

Bernhard's, Private Library, c.

Vrije hemel

bomen het veld
ruisen de wind
bladeren vervallen weg

ze zit erboven
zo ongelooflijk mooi
Mary en mij

hemel is vrij
winden wolken weg
toekomst warm open

heerlijke jasmijn geur
door een zucht
blauw heldere lucht



 HOME Larry, Q & M
 KONING WILLEM OF ORANGE III


Comments

Popular Posts

It's where they extort the Vatican by Political government extortion for economic bribery, unseen oppression against their own unknown citizens and protecting their self-interest, their fraudulent capitalism activity on a scale never seen before; ´Barbary cannibalistic animal misbehavior´.

All rights reserved not to António Guterres, but to the bribery unseen Barbarian Design of those Nations, that have made it possible that even the Security Council of the United Nations is accused of mass extinction, estimated 50 million dead innocent people. Secretary-General Guterres of the United Nations since 2017, came after Ban Ki-moon, and before him? Who was corrupted the office of the highest rang, on our most valuable assets, that we have build after World War II?

End of the log,

The brown coffee of Annan.

Per Dòminum nostrum

431 Flectámus Génua Deus, qui mirabiliter creasti hóminem, et mirabilus redemísti; da nobis, quæsumus, contra oblectaménta peccáti, mentis rátione persístere; ut mereàmur ad ætérna gáudia perveníre. Per Dòminum nostrum J.C. Filium tuum.

Bounty Decoded

The act of separating the pure from the impure part of any thing (1:22). [150] Luth. Lib. de Captivated Babylon. [151] Calv. Inst. L. 3. C. 19. Sect. 14.